top of page
dwaalkoers

De Nazi-schat van Ommeren is niet meer

Bijgewerkt op: 16 nov 2023



Het Nationaal Archief gaf deze week een bijzonder archiefstuk vrij voor het publiek en er werd al meteen gekopt met Goudkoorts in Nederland. Bij het archiefstuk gaat het om een gedetailleerde schatkaart uit de Tweede Wereldoorlog. De schatkaart bestaat uit een gedetailleerde situatietekening van de omgeving met twee inzetten. De rechter inzet toont een schets in perspectief van een weg langs drie hoge bomen, vermoedelijk populieren. De bomen bevinden zich aan de voet van een dijk. Parallel aan de dijk en de weg loopt iets wat lijkt op een sloot. De linker inzet betreft een dwarsprofieltekening van de weg met de bomen. Boven de weg staat Feldweg ca. 1,20 m geschreven. De enige kleur op het document is rood en geeft cruciale aanwijzingen waar zich de schat zou moeten bevinden.


De buit zou bestaan uit een keur aan waardevolle spullen uit een bankgebouw uit Arnhem. Het verhaal gaat dat de bank door een bom of artillerievuur geraakt werd waarbij de kluis met juwelen, munten en diamanten openbrak en de inhoud prijsgaf. Op die bewuste dag in augustus 1944 waren drie Duitsers zo fortuinlijk om zich deze schat toe te eigenen. Ze bewaarden het in vier munitiekistjes en verborgen die in de Betuwe rondom de plaatsen Ommeren en Lienden. Een Fallschirmjäger met de naam Helmut Sonder zou getuige zijn geweest van dit voorval en in 1947 de Nederlandse autoriteiten geholpen hebben bij het zoeken, van zijn hand zou de schatkaart zijn. De kostbaarheden werden niet teruggevonden en hieraan lagen verschillende redenen ten grondslag. Zo zou de ene keer de grond stijf bevroren zijn geweest en bij een tweede poging was de detectieapparatuur defect. Ook wordt de verdwijning van de kostbaarheden toegeschreven aan een schimmig figuur met de naam Edward K., een Sudeten Duitser, die mogelijk een van de drie Duitsers is geweest die zich de buit had toegeëigend.


Archivaris Annet Waalkens verklaarde tegenover Omroep Gelderland dat het bij de belaagde bank om de Rotterdamsche Bank aan de Velperweg ging.


Toen ik de stukken in diverse Nederlandse kranten las kwam het verhaal me bijzonder bekend voor. De artikelen werden ook begeleid door een foto van een Duitse eenheid waarop Edward K. was geïdentificeerd. De foto zou door geallieerde troepen uit Berlijn meegenomen zijn.



Verder vertelden de artikelen dat de Nederlandse regering altijd naarstig op zoek is geweest naar de buitgemaakte voorwerpen. De foto en het verhaal dat de Nederlandse regering al decennia zoekt naar de inhoud van die Arnhemse kluis herinnerde me aan wat ik in het boek Gold is where you hide it van W. Stanley Moss had gelezen. Het boek heeft op de stofomslag de afbeelding staan van een Duitse soldaat in hetzelfde uniform als op de foto met Edward K.



Het boek behandelt de naoorlogse zoektocht van Moss naar het goud van de Reichsbank, maar komt met een heel hoofdstuk over de zoektocht van Nederlandse autoriteiten naar diamanten die in Arnhem waren buitgemaakt.

Even wat achtergrondinformatie over Moss. Hij was een Britse legerofficier in de Tweede Wereldoorlog en behoorde toe aan het selecte gezelschap Special Operations Executive (SOE) en was samen met de Britse oorlogsheld Patrick Leigh Fermor verantwoordelijk voor de ontvoering van de Duitse generaal Heinrich Kreipe op Kreta. Na de oorlog legde hij zich toe op het onderzoeken van het lot van de Reichsbankschat. Ruim 700 goudbaren en 25 verzegelde kisten met kostbaarheden waren door de directeur van de Reichsbank Walther Funk ontvreemd aan het eind van de oorlog om het laatste Duitse verzet te kunnen blijven financieren.


In zijn boek heeft Moss het over “30.000 karaatwaarde aan diamanten” die in de herfst van 1944 in een kluis in Arnhem verborgen lag, maar door een SS Commando-eenheid werd geroofd nadat deze de kluizen had opgeblazen. De buit werd uiteindelijk naar Berlijn vervoerd. Een deel van de buit bleef in Berlijn, een ander deel werd als diplomatieke post verstuurd naar een bank in Bern.

Tegen het einde van de oorlog werd het in Berlijn te heet onder de voeten waarna veel van de verworven schatten werd getransporteerd naar Tegernsee in Beieren. In tegenstelling tot het goud en andere kostbaarheden werden de Nederlandse diamanten niet vervoerd in zwaarbewapende konvooien, maar in twee zware ijzeren kisten onder een stapel oude kranten achterin de auto van Josef Neckermann, aldus Moss. Het reisdoel was Italië, maar de ineenstorting van het Derde Rijk belette dit en Neckermann reisde alsnog af naar Tegernsee, waar hij de diamanten begroef in een aardappelveld vlakbij Rottach. Daarna wisselde Neckermann nog regelmatig de diamanten van bergplaats tot ze in zijn flat werden verborgen en hij voor zijn deelname aan de oorlog werd gearresteerd. In de tussentijd verdween een van de kisten spoorloos, want na de oorlog werd slechts een kist met duizenden diamanten teruggevonden in een voorlopig regeringsgebouw in Grossmannsdorf. Het was pas in 1948 toen de Geallieerde Militaire Regering lucht kreeg van de schat in Grossmannsdorf en een juwelier werd ingeschakeld om de waarde van de diamanten te schatten. Volgens het verhaal nam dit twee weken in beslag met het resultaat dat maar 9700 van de 30.000 karaatwaarde aan diamanten was overgebleven. De rest was spoorloos. De diamanten werden opgeslagen in een bank in Würzburg.


De Nederlandse autoriteiten eisten al snel de diamanten op en hen werd geen strobreed in de weg gelegd. Naar verluid posteerden zich tanks rondom het bankgebouw van Würzburg en werden alle wegen geblokkeerd voor het transport van de diamanten naar Nederland.


We mogen mijns inziens aannemen op basis van de overeenkomst van tijdstip waarop een bankkluis in Arnhem is opgeblazen en de inhoud is geplunderd dat we het hier over dezelfde buit hebben. In Ommeren ligt niets meer. Maar zoals Stan Hall, journalist van The Scotsman, ooit eens schreef: "Schatten bestaan om mensen te frustreren."

161 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

Comments


Post: Blog2_Post
bottom of page